woensdag 20 augustus 2008

De jaren ....


Daar zaten we dan in het Café De Jaren in Amsterdam vlakbij de Universiteit van Amsterdam waar ik en drie andere collega’s, Felina, Arie en Inge, een cursus volgden voor de Nederlandse Taal en Cultuur in het talenonderwijs. Het was woensdagmiddag en het weer was winderig en tamelijk koud buiten, maar binnen voelde ik opeens de warmte in mijn huid kruipen. De warmte sloop in mijn vingers en stroomde zacht naar mijn gezicht en drong mijn hoofd binnen. De warmte haalde de beelden van het verleden uit mijn diepste geheugen.

Voor het laatst zag ik hem enkele jaren terug met Camille, zijn vrouw. Ik keek hem aan en bestudeerde hem goed. Hij is niet zoveel veranderd, hij is helemaal niet veranderd. Ik leerde hem kennen toen hij aan het eind van zijn 50-jarige leeftijd was. Zijn grijs haar is altijd grijs geweest. Zijn vriendelijke blik is altijd vriendelijk geweest. Zijn vaderlijke lach is altijd vaderlijk geweest. De lach die ik tot nu steeds herken en altijd blijf herkennen. De lach die zijn sterk en buitengewoon karakter laat stralen.

In de zomervakantie van 1988 kreeg ik te horen dat we op de Universitas Indonesia een gasthoogleraar uit Nederland zouden krijgen. Geen leraar, geen docent, maar een hoogleraar. Hij zou een aantal kuliah sastra of literatuurcolleges geven, maar ik had niets voor sastra of literatuur. Sastra was mijn interesse niet dus was de komst van de hoogleraar voor mij dan ook geen bijzonder bericht. Sastra was voor mij iets absurds. Sastra is gebaseerd op fantasie, dacht ik dan, en je kunt er niet van leven. Sastra is voor mensen die in hun dromen kruipen en vandaar nooit eruit willen. Niets is werkelijk in de Sastra.

Als student Nederlands moest ik helaas ook literatuurcolleges nemen die voor mij veel tijd en energie hadden gekost. Met veel moeite probeerde ik zijn eerste college bij te wonen. Ik liep de klas binnen en zag een Nederlandse man aan de docententafel zitten met een strak en streng gezicht. De professor zag er heel anders uit dan de buitenlandse docenten die we ooit kenden. Zodra hij iets begon te zeggen, werd de klas stil en niemand durfde iets te zeggen. Hij begon zich te introduceren. Langzamerhand zat ik boeiend naar de professor te kijken en dacht: wat klinken de woorden uit zijn mond zo mooi.

Een voor een liet hij de studenten over zichzelf vertellen. Iedere keer dat een student zijn of haar verhaal eindigde gaf hij prachtige commentaren wat de student gerust stelden. Daarna kwam mijn beurt. Ik vertelde onder andere dat ik graag aan tae-kwon-do deed. Plotseling schoot hij in de lach … een lach die je niet met woorden kan beschrijven. Maar als je toch probeert ….. luid, positief, vaderlijk en vol betekenis.

Totdat op een moment dat we een opdracht kregen om een werkstuk te maken over het boek van Harry Mulisch De Aanslag. Wat valt nou te schrijven en te beschrijven over dat boek? Twee dagen voordat ik het werkstuk moest gaan inleveren lag ik in bed met het boek op mijn buik. Plotseling liet ik me inspireren door de professor. Hij kan van een eenvoudig verhaal een schitterende beschrijvingen maken. Alles wat er om heen hangt, voegt hij aan het verhaal toe met zijn eigen verwoordingen. Op die manier probeerde ik De Aanslag te bekijken. En het was mij gelukt om met mijn eigen verwoordingen in mijn eigen taal de symbolen te beschrijven die in het boek te vinden zijn.

De professor liet me dus zien hoe stom van mij was de gedachte te hebben dat sastra onzin was. Hij liet mij zien dat je met sastra alles om je heen met andere en verschillende blikken kan zien. Niet alleen dat. Je kan je gedachten op je eigen manier dan ook verwoorden. Er is geen waar of niet waar in sastra. Sastra gaat om hoe je dingen met je eigen ogen bekijkt. En dat is wat ik het allermooiste vind van sastra.

Hij keek me aan en bestudeerde mij goed. Wat zou hij in zijn gedachten hebben over mij? Ik ben veranderd en zal blijven veranderen. Mijn zwart haar wordt grijs. Mijn jeugdige blik zal niet voor altijd jeugdig zijn. Mijn gegiegel verandert met de tijd mee. Op die woensdagmiddag probeerde ik de jaren …. zijn jaren in het Cafe De Jaren in te halen.


Amsterdam, 20 augustus 2008

1 opmerking:

Irina zei

mooi, zeg!
maar om andere verhalen te begrijpen, moet ik wel Indonesisch gaan leren :)

Irina